“Is het nou ‘niet-betaalde rekening’ of ‘niet betaalde rekening’?”, vroeg een collega-tekstschrijver. Ik dacht het laatste, maar raadpleegde voor de zekerheid de bekende bronnen. ‘Niet’ en adjectief staan meestal los van elkaar – maar niet altijd. Zo hebben we het over ‘niet-gebonden’ en ‘niet-bestaand’, althans volgens het Witte Boekje.
De ontkenning is sowieso een weerbarstig fenomeen. Kun je het hebben over het ‘niet verwekte kind’? Alleen in een bepaalde context. Bijvoorbeeld als iemand na vele mislukte pogingen om een kind te verwekken, verzucht: “Aan wie moet ik mijn vermogen nalaten? Aan mijn niet-verwekte kind?” Merk op dat wij in dit geval een streepje aanraden.
Niet-bestaand of niet bestaand?
Eenzelfde nuance treffen we aan bij ‘niet-bestaand’. Je zou kunnen zeggen dat Abchazië een niet-bestaand land is. Eigenlijk is het een provincie van Georgië, maar Rusland en een paar eilandjes in de Grote Oceaan denken daar anders over. En het Venezuela van Chavés natuurlijk. Die hebben Abchazië als onafhankelijk land erkend.
Maar als mijn neefje een landkaart tekent met allemaal fantasielanden, dan zijn dat eigenlijk ‘niet bestaande landen’.
En die onbetaalde rekening?
Bij ‘niet-gebonden’ en ‘niet-bestaand’ herkennen we entiteiten. Vandaar het streepje. Als het niet betalen van rekeningen door de economische crisis de standaardgedragslijn wordt, zal niet-betalen als begrip z’n intree doen.
Wij houden het voorlopig op ‘niet betaalde rekeningen’. Die hopelijk binnenkort betaald worden.