Is tekstschrijven Kunst?

Een goede tekstschrijver is een ware woordkunstenaar. Al zal hij zichzelf nooit zo noemen. Want met de meeste kunstenaars loopt het slecht af.

In het boekje “Zeg mijn lezers dat ik doorschrijf” portretteert Joris van Casteren 22 vergeten schrijvers. Ooit waren zij gevierd, bestormden zij de literaire bolwerken en gedroegen zich als vorsten van het Leidseplein. Zoiets leidt niet zelden tot lichte grootheidswaan en een ernstig verlies van realiteitszin. Helen Knopper na haar debuut: “Ik voelde me oneindig belangrijk”. Dat is natuurlijk vragen om moeilijkheden.

De hoogmoed en de val

De lezer begrijpt al snel waar het elke keer weer op uitdraait: de geïnterviewde auteur blijkt een eendagsvlieg. Kan het hoge niveau niet vasthouden. De uitgever wordt steeds kariger met voorschotten. De recensies worden stekelig en blijven ten slotte geheel uit. De uitgever vindt het uiteindelijk welletjes. De schoorsteen moet roken, nietwaar?

Wat nu?
Op zo’n deconfiture zijn grosso modo twee reacties mogelijk: je legt je erbij neer of je graaft je in. In het eerste geval erken je net op tijd dat je niet moet pretenderen kunstenaar te zijn. Met de auteurs uit deze categorie liep het toch nog goed af. Zij werden copywriter en kochten een hoekhuis in Muiden of een villa in Limmen.

De meeste schrijvers daarentegen hielden zich krampachtig vast aan hun kunstenaarsstatus van weleer. Zij geraakten aan de bedelstaf, overwogen zelfmoord of sleten hun dagen verwaarloosd en vol rancune in een flatje.

De tekstschrijver en de kunstenaar
Zijn wij tekstschrijvers blij met al die afgedankte kunstenaars in ons midden? Straalt hun vroegere status op ons af of zitten ze ordinair in onze vijver te vissen? Wat is het verschil tussen Kunst en kunst? Tussen kunst en toegepaste kunst? Tussen toegepaste kunst en gedegen vakmanschap?

Zelf heb ik op dit gebied geen pretenties. Maar als ik al eens een bewonderende reactie krijg, onderga ik die met evenveel plezier als de schrijver een gunstige recensie.